De woorden gonzende stilte
spint het web tussen de sterren
het beeld van verlatenheid
boven jou en mij zeg je
de nacht strekt zich uit
een lege zee in de ruimte
geen schip geen land geen licht
de wind is een droom in slaap
steek je van wal ken je
de koers neem je me mee
we weten immers beiden
maar al te goed waar we
samen of ieder apart
moeten landen welke onneembare
kust ons wacht in het donker
van denken en angstig houvast
wat we willen is rust
wat we krijgen is stortzee
na stortzee is afgrond
na afgrond en woede
wat we willen is licht
wat we krijgen is antwoord
na antwoord op een duistere
vraag over donkere zeeën
geloof je me niet of denk je
dat wat we beleven
een andere latere keer
aan de orde komt en nu
verzwegen moet of verdronken
immers varen is varen
ongeacht de haven waaruit
en de haven waarheen