de steen
de steen
de steen op deze tafel
grijs en plat en rond
glinstert in het licht
hij is niet groter dan mijn hand
en past daarin
als een familie in een kleine grot
verlicht door brandend hout
de jongste speelde
speelde met een steen
die hij net buiten vond
en merkte dat hij paste
in zijn hand zoals
een beer slaapt in zijn hol
de steen was grijs
en plat en rond
hij glom naar hem
en nam hem mee
op lange tochten
door bewegend land
|