Nu een gedicht

van Karel Numan

Welkom > Verdwenen in een leeg land > De weg de weg naar jou > De bel ging. Voor de deur
 

De bel ging. Voor de deur

De bel ging. Voor de deur
stond in een kwade geur
een man, hij sprak mij aan.
Ik kon hem niet verstaan.

Maar uit zijn trage mond
kwamen de woorden: leed
waarin hij zichtbaar deed.
Zijn hand wees naar de grond.

Hij ging. Ze hingen zwaar
zijn tressen. Hij was klaar.
Ik deed de deur weer dicht.
De man had geen gezicht.

Hij droeg een hoge hoed.
Ik staarde naar mijn voet.
Herinneringen. Zij zijn
de dragers van de pijn.